het werk

Woonzorgcentrum Witte Meren

Woonzorgcentrum Witte Meren nam deel aan het eerste praktijklabo van het Zorgvernieuwers-project, dat in samenwerking met VIVO en het Sociaal Fonds Ouderenzorg in 2015 opstartte en afliep in april. Gedurende zes collectieve sessies maakten de deelnemers kennis met de principes van een innovatieve arbeidsorganisatie. Tiny Broeckx (hoofdverpleegkundige) en Jan Kaers (coördinator DVC, sociale dienst en diensthoofd KELA = kiné – ergo – logo – animatie) vertellen over hun ervaringen en de stappen die ze reeds gezet hebben met het woonzorgcentrum.

Woonzorgcentrum Witte Meren, gelegen in het hart van het centrum van de gemeente Mol, streeft ernaar een open huis te zijn waar mensen zich welkom weten en zich goed voelen. Ze wensen een warme omgeving te bieden aan alle bewoners en gebruikers. Iedereen krijgt hier de kans om, in de mate van het mogelijke, zelfstandig beslissingen te kunnen nemen. Vanuit deze visie wordt er gewerkt om kwaliteitsvolle begeleiding en zorg op continue basis aan te bieden

Niet van bovenuit, maar vanuit de werknemers zelf

Witte Meren gaat een volledig nieuw woonzorgcentrum bouwen. Dit heeft als gevolg dat het aantal woongelegenheden daalt van 133 naar 117 en dat het gemiddeld aantal gebruikers van het dagverzorgingscentrum stijgt van 15 naar 30. Vooraleer te verhuizen, heeft de directeur Jan Smolders aan zijn medewerkers gevraagd om deel te nemen aan het praktijklabo van het Zorgvernieuwers-project. “We willen graag de huidige werking optimaliseren. Persoonlijk vind ik dat dit niet moet gestuurd worden van bovenuit, maar vanuit de werknemers zelf”, vertelt de directeur.

Tiny Broeckx en Jan Kaers: “Wij zijn twee individuen met een open visie die de werking kritisch in vraag durven te stellen. Daarom voelden we ons ook direct geroepen om in dit traject te stappen. Als we het leven van onze bewoners in het woonzorgcentrum aangenamer kunnen maken, zetten wij graag ons beste beentje voor om dat te realiseren.”

Het is dan ook ideaal vanuit hun functies om de drijvende kracht te zijn van dit traject. Als hoofdverpleegkundige is Tiny verantwoordelijk voor de grootste medewerkersgroep, verpleegkundigen en zorgkundigen. Als diensthoofd KELA kan Jan objectief de werking van de verschillende afdelingen vergelijken en de multidisciplinaire samenwerking stimuleren in elk team.

Alles start met een duidelijke visie

Tiny en Jan: “Wat we vooral geleerd hebben tijdens het praktijklabo, is om het woonzorgcentrum vanuit een objectief standpunt te bekijken (vanuit vogelperspectief) om zo de werking kritisch te evalueren. Er werden handvaten aangereikt om projecten op te starten en, via een goede communicatie en structuur, tevens tot een goed einde te brengen.” 

Tijdens het praktijklabo zijn ze al zelf gestart met hun project zodat ze steeds ondersteuning en raad konden vragen. Een belangrijk knelpunt dat hen duidelijk werd, was dat er eerst een duidelijke missie moet zijn. “Om te beginnen moeten de neuzen van alle werknemers in dezelfde richting staan. Dit gaan we realiseren door een missie op te maken in samenwerking met alle medewerkers”, vertellen Tiny en Jan. “Hiermee zijn we nu van start gegaan.” 

Een missie die gekend en gedragen wordt door de medewerkers en die ervoor zorgt dat het woonzorgcentrum zich onderscheidt van andere woonzorgcentra. Een belangrijk aandachtspunt is dat de missie een deel van de cultuur in de Witte Meren moet omschrijven. Door de missie in te plannen in functioneringsgesprekken en evaluaties willen ze ervoor zorgen dat iedereen blijft werken aan en met de missie.

"De kleinste verandering die we kunnen bereiken binnen de werking van ons woonzorgcentrum, kan een wereld van verschil betekenen voor onze bewoners."

Communicatie en samenwerking optimaliseren

Vanuit een gedragen missie kunnen ze nu verder werken aan hervormingen in teamsamenstellingen, extra overlegmomenten, … “Vooraf bestonden onze teamvergaderingen enkel uit zorgkundigen en verpleegkundigen. Op dit moment zijn we reeds van start gegaan om de logistieke medewerkers, medewerkers schoonmaak en de ergotherapeuten te betrekken in de teamvergaderingen per afdeling. Mogelijk zal vanaf september het wekelijks diensthoofdenoverleg versterkt worden met het diensthoofd schoonmaak/logistiek en het adjunctdiensthoofd KELA”, laten Tiny en Jan weten.

Met de invoering van deze veranderingen trachten ze de communicatie en samenwerking tussen de verschillende disciplines te optimaliseren, zowel op het niveau van de medewerkers op de werkvloer als op diensthoofdenniveau.

Betrokkenheid van medewerkers zorgt voor tevredenheid bij bewoners

Ondertussen lopen ook verschillende innovatieve projecten in het woonzorgcentrum, waardoor de uitdaging en verantwoordelijkheid veel groter is om in Witte Meren te werken. Zo zijn er o.m. het fietsproject ‘Fietsen doorheen je verleden’, het Ciezo project (Hivset), app vroegtijdige zorgplanning, … Door het ontstaan van deze werkgroepen worden alle medewerkers actief betrokken en verantwoordelijk gesteld bij de werking binnen het woonzorgcentrum

Tiny en Jan: “Wij zijn vol overgave in dit traject gestapt. Door de extra motivatie van de medewerkers en de grote tevredenheid van de bewoners is onze inzet (“goesting”) alleen maar toegenomen. De kleinste verandering die we kunnen bereiken binnen de werking van ons woonzorgcentrum, kan een wereld van verschil betekenen voor onze bewoners.